Winkelmand

Barolo DOCG

DOCG Barolo blijft samen met DOCG Barbaresco de bekendste appellatie van Piëmonte. Deze herkomstbenaming schrijft exclusief nebbiolo voor in haar wijnen, de wijngaard die de druiven levert is dan ook van cruciaal belang.

Net omdat nebbiolo een moeilijke en veeleisende druif is, floreert ze immers pas echt binnen de perfecte parameters: kalkachtige kleigrond die fungeert als spons door net de juiste hoeveelheid water op te houden, een zuidelijke oriëntatie met veel zonlicht en gematigde warmte, de goede hoogte, enzovoort…

Voor Barolowijn eisen de voorschriften een rijping op het domein van minimum 38 maanden voor de commerciële release, waarvan 18 maanden op houten vat. Voor een Barolo Riserva is dat zelfs een minimale rijpingsperiode van 62 maanden, waarvan 18 maanden op vat.

Een andere belangrijke parameter is uiteraard de vinificatiestijl. De traditionalisten binnen Piëmonte zweren bij grote houten tonnen van minimaal 1.000 liter die jaren na elkaar hergebruikt worden. Ze laten de druivenschilletjes in de most redelijk lang weken om toch maar voldoende kleur- en smaakstoffen te extraheren, en laten na de alcoholische gisting de wijn vrij lang rijpen in de grote tonnen.

Het voordeel van zo’n werkwijze is dat niets bruusk gebeurt. Het nadeel is dat door de lange maceratietijd de eventueel aanwezige pitjes en steeltjes ook veel tannine afgeven, waardoor de wijn soms ‘hard’ wordt. Ook de lange rijpingstijd op vat achteraf kan de frisse fruitaroma’s soms wat tenietdoen.

De modernisten daarentegen verkiezen heel korte maceratietijden, maar gebruiken voor de gisting een rotofermentor: een horizontale, rond zijn as draaiende tank met schoepen binnenin, waardoor de gekneusde druiven via de schilletjes op korte tijd enorm veel kleur en smaak afgeven aan het sap. Achteraf laten ze de wijn rijpen op barriques, meestal Franse houten vaten van 225 liter zoals gebruikelijk in Bordeaux. Deze barriques worden elk jaar of om de 2 à 3 jaar vernieuwd, waardoor de wijn altijd wat extra tannine en vanille-chocolade-aroma’s krijgt.

Daar waar in de jaren negentig de wijnmakers resoluut voor het ene of het andere kamp kozen, valt nu op dat het merendeel een mix van beide wijnmaakstijlen hanteert. De sleutel voor goede wijn ligt dus toch quasi altijd in handen van de wijnmaker, die zijn persoonlijke toets aan de wijnen kan geven door verschillende viticultuur- en vinificatiestijlen.