De Bekaa Vallei is het belangrijkste wijngebied van Libanon, zowel kwalitatief als kwantitatief. Dit gold ook al ten tijde van de Feniciërs, ruim 1500 voor Christus. Deze vruchtbare vallei werd door hen als uitermate geschikt bevonden voor wijnbouw.
De relatief brede vallei ligt tussen de bergruggen van het Anti-Libanongebergte en het Libanongebergte, die van noord naar zuid lopen. Het terroir is ideaal voor landbouw en in het bijzonder, voor wijnbouw. In tegenstelling tot de rest van Libanon, waar het heet en droog kan zijn, is het klimaat hier gematigd. De zomers zijn droog, de avonden koel en de hoeveelheid regen zorgt voor optimale stress bij de wijnstokken. De druiven kunnen zich langzaam ontwikkelen. De plateaus en hellingen van de bergruggen zijn tot een hoogte van 1.000 meter bekleed met wijnstokken. Daarnaast is de diversiteit aan bodemsoorten, van leisteen, leem tot gravel, met wat flintjes terra rossa geschikt voor verschillende soorten druiven.
De Fransen hebben duidelijk hun sporen in de wijnbouw achter gelaten. De veelvoorkomende druivenrassen zoals Cabernet Sauvignon, Cinsault, Carignan, Merlot en Zuid-Franse rassen zoals Syrah en Arinarnoa getuigen hiervan. Bovendien wordt de stijl van Libanese wijnen dikwijls vergeleken met rode Bordeaux. Weliswaar met meer pit en rijpheid; vaak ook door lange houtrijping. Witte wijnen bevinden zich op de range van fris en fruitig tot intens oxidatief.