Winkelmand

Ribera del Duero

Ribera del Duero

Ribera del Duero heeft in vele opzichten de ideale ligging om een van Spanje’s beste wijnen te produceren: hooggelegen met een relatief kort seizoen en met wat kalksteen in de bodem. De boeren moeten vroeg plukken en zijn dus verplicht om de druiven goed in het oog te houden, hetgeen meestal resulteert in een mooi evenwicht tussen rijpheid en zuurgraad. Een aantal nieuwe namen zijn recent in het daglicht getreden met prijzen die overeenkomen met hun nieuw verworven naam. Een van de grootste voordelen van deze streek is dat slinkende rijkdommen in een recent verleden er debet aan waren dat heel wat land niet aangeplant was met wijnstokken en enkele gelukkige families ontdekten dat het moesakkertje van oom José geschikte wijngaardgrond was met veel actieve kalk en een goede zuidoostelijke ligging.
In 1988 bestond Ribera del Duero nog voornamelijk uit ingeslapen reuze coöperaties en kleine familiebedrijfjes met enkele ‘sterren’ ertussen die hun uiterste best deden om de regio meer bekendheid te geven. 5 Jaar later zijn de reuzen wakker geschoten, de kleine familiebedrijfjes zijn grotere wijnbedrijven geworden en sommige van de ‘sterren’ hebben internationale faam gekregen. Een nieuwe generatie bodega’s is gevormd door de kinderen van de wijnboeren die al generatieslang in het vak werkzaam zijn. Op elke lapje grond van 25 ha groot duikt een klein, nieuw wijnbedrijfje op, opgericht met spaarcenten, een hypotheek of een erfenis. Meestal worden ze door familieleden geleid. De resultaten zijn veelbelovend.
De Consejo Regulador heeft veel geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling en er is heel wat nieuwe aanplant geweest, vooral op de kalkrijke bodems in het westen van de regio.
Investeringen werden met behoorlijk veel enthousiasme opgevolgd en men richtte nieuwe bodega’s op, gefinancierd door institutionele of beurs beleggers. Ook werden falende coöperaties overgenomen of geprivatiseerd.
Wat is nu het geheim van Ribera del Duero? Drie factoren spelen daarin mee. Ten eerste de ligging op 850 m boven de zeespiegel, waardoor het seizoen en de vorstvrije periode kort en de nachten koud zijn. De druiven kunnen zo op een evenwichtige manier rijpen en superieure aroma’s ontwikkelen. Ten tweede heeft de tempranillo druif op deze hoogte een dunne schil en frisse zuren, zelfs als ze heel rijp is. Tenslotte is de bodemsamenstelling een schoolvoorbeeld van de ideale wijngaardgrond: kalk, lei, rivierslib, kwarts en spoorelementen. Voeg daar de nieuwste vinificatiemethoden en kennis aan toe en u begrijpt waarom dit gebied succesvol is.
Maar zover is het nóg niet. Bodega’s die de markt opgingen met nieuwe wijnen tegen top-prijzen, waren erg teleurgesteld toen bleek dat de Europese wijnhandel iets pragmatischer is dan het lezerspubliek van bepaalde Amerikaanse tijdschriften. Eerst moesten bewijzen van continuïteit en inzet (alsmede lagere prijzen) gegeven worden. Dit is nu gelukkig aan het gebeuren en als de nieuwe wijngaarden eenmaal “rijp” zijn, zal Ribera del Duero uitgroeien tot een van de écht grote kwaliteitswijngebieden van de wereld.

Wijnbereiding

Vega Sicilia is de trendsetter geweest voor Ribera del Duero: zij laten de wijn vele dagen lang in open kuipen gisten en de wijn rijpt 10 jaar, voordat hij gebotteld en verkocht wordt. De moderne methode is iets anders en de wijnen kunnen nu redelijk jong gedronken worden (2 á 3 jaar), maar tot 10 jaar lang worden ze beter.
Het is nu gebruikelijk in Ribera del Duero om na het ontstelen en voor het persen te gisten. Sommige van de modernste bodega’s behandelen hun druiven inderdaad nauwelijks voordat de wijn gemaakt is, en voor het oversteken van de wijn gebruikt men de zwaartekracht. In een doorsnee modern bedrijf verloopt het proces als volgt:
De bodega is op een heuvelflank gebouwd en de druiven worden op het hoogste punt van de heuvel in een tremel gestort. Van daaruit worden ze naar een ontsteler overgebracht. Daarna vallen de druiven door de zwaartekracht in een roestvrijstalen tank van zo’n 150 hl. De tank wordt door een kraan getakeld en naar een gistingsvat gebracht. Hier wordt de inhoud, weer door zwaartekracht, in het vat overgebracht.
Alcoholische gisting op de schil duurt zolang de wijnmaker nodig acht. Als deze gisting is voltooid, loopt de nieuwe most (door zwaartekracht) in een andere tank. Een kraan brengt deze tank naar een vat voor malolactische gisting. De herfst in Ribera del Duero kan zo koud zijn dat het koelelement van dit vat gevuld wordt met warm water om de malolactische gisting te bevorderen.
Ondertussen is de druivenpulp van de oorspronkelijke tank overgebracht naar een pers die het resterende sap eruit perst. Sommige wijnbedrijven gebruiken dit voorzichtig geperste sap om een tweede wijn te maken, andere zullen eruit persen wat ze kunnen en het verkregen sap verkopen als Vino de Mesa of voor destillatie.
Na de malolactische gisting wordt het sap verkregen zonder te persen (‘sangrado’) gedecanteerd, daarna wordt hij overgebracht naar opslagtanken (in geval van jonge wijn) of naar eiken vaten (als het een crianza, reserva of gran reserva betreft). Ook hier geschiedt het transport door middel van de zwaartekracht, pompen worden niet gebruikt. Er bestaat een sterke trend om geen mechanische technieken te gebruiken, vooral het gebruik van filters met micro- en miliporieën. In de zomer van 1993 merkte een wijnboer op: ‘de consument zal er aan moeten wennen dat goede rode wijn een beetje bezinksel kan hebben…’.
De crianza reglementering is dezelfde als voor Rioja-wijnen: minimaal 1 jaar op eikenhout. Verder is de Spaanse wijnwetgeving van toepassing (zie hoofdstuk 1).
Bij rosados weekt de most gedurende 6 á 24 uur op de schillen, daarna vindt een gecontroleerde koude gisting plaats.

De wijnen

Ribera del Duero maakt alleen rode en rosado wijnen. De rode gaan van de dure pracht van de grote gran reservas, tot bescheidener jonge wijnen uit mindere jaren, die in de lente na de oogst gedronken worden. Het wettelijk bepaald minimum alcoholpercentage bedraagt 11%. Bij de rosados vindt men ook wel crianzas maar meestal zijn het toch jóvenes die jong gedronken moeten worden. Het minimum alcoholpercentage voor rosados is ook 11%.
In de praktijk kan de nieuwe generatie Ribera del Duero als volgt beschreven worden: de jóvenes hebben veel fris, framboosachtig fruit en kunnen al uitstekend gedronken worden 8 maanden na de oogst. De crianzas hebben een elegante, donkere kruidigheid die bij drie jaar oude wijnen reeds mooi uitkomt maar die, als u de wilskracht heeft om hem te bewaren, nog mooier wordt. In feite zijn de crianzas van Ribera del Duero, technisch gesproken, reservas. De bodega’s gaan erg zorgvuldig om met de kwaliteit van hun wijnen. Zoals een van hen vertelde, ‘we willen liever de beste crianzas op de markt brengen dan middelmatige reservas’.

Druivensoorten

De belangrijkste druif van Ribera del Duero, en tevens de enige ‘aanbevolen’, is de tinto fino, of tinta del país. Dit is een plaatselijke variant van de tempranillo. Deze druif beslaat 85% van het totale wijngaardareaal en wordt in de hele regio aanbevolen voor heraanplanting. In Rioja heeft deze druif de steun van andere variëteiten nodig, maar door de hoogte en bodemsamenstelling in de Duero geeft ze hier fijne, complexe wijnen als monocultuur. De D.O. eist een minimum van 75% tinto fino.
Cabernet-sauvignon, garnacha tinta, malbec, merlot en albillo zijn geclassificeerd als toegestane variëteiten.
Garnacha tinta ook wel bekend als tinto aragonés, wordt vooral gebruikt voor de productie van rosado Ribera del Duero.
Cabernet-sauvignon, merlot, malbec: deze 3 variëteiten mogen alleen herplant worden in dorpen waar ze reeds aanwezig zijn.
Albillo: Sommige wijngaarden hebben een kleine hoeveelheid albillo om de kleur van de rosado wijn iets lichter te maken.
Vroeger werden diverse druiven bij elkaar aangeplant zodat ze samen gevinifieerd konden worden. Dat is nu verboden, alle variëteiten moeten apart gevinifieerd worden. Het maximum aantal vruchtdragende knoppen na het snoeien bedraagt 40.000/ha, dat betekent 2.500 stokken met 16 knoppen per stok. De maximale hoeveelheid druiven die geoogst kan worden is vastgesteld op 7000 k/ha, dat geeft 45 á 50 hl wijn per ha.

Het Klimaat

Ondanks zijn ligging in het Spaanse binnenland, is het klimaat in de Duero vallei een mix van continentaal en gematigd-mediterraan: meestal warm en droog met bescheiden tot weinig neerslag (430 tot 580 mm), en hete, droge zomers met 75 tot 90 dagen regen per jaar en 2.200 uren zon. In de maanden juli en augustus valt er heel weinig regen en het gebeurt wel eens dat de verdamping groter is dan de neerslag. Als maximale zomertemperatuur werd 42ºC genoteerd, een normaler gemiddelde is 25 á 32ºC. Dankzij de hoogte is, zelfs hartje zomer, de nachttemperatuur laag, wat bevorderlijk is voor de ontwikkeling van de druiven. De hoogte brengt ook lange, koude winters met zich mee en de vorstvrije periode is slechts 111 tot 138 dagen per jaar, afhankelijk van de ligging. Temperaturen kunnen dalen tot -20ºC maar het kwik daalt zelden onder de -5ºC. Door kans op vorst en een kort seizoen (171 á 198 dagen) is het verbouwen van druiven een kritieke aangelegenheid. Vergelijk maar met het groeiseizoen in Toro (230 dagen) en Penedés (280 dagen).

Terroir

De bodem van Ribera del Duero varieert sterk al naargelang de hoogte. De wijngaarden beginnen in de riviervallei en lopen tot de bergtoppen. Ze zijn vaak in terrassen aangeplant. De lagere delen (rivierbanken en laagliggend land) worden ‘campiñas’ of ‘terrazas’ genoemd, de minder steile hellingen (uitstekend geschikt voor het verbouwen van wijnstokken) noemt ment ‘laderas’, en de ‘cuestas’ of steile hellingen zijn niet geschikt voor aanplant. Het hoogstgelegen land, ‘páramo’, is meestal beter geschikt voor het verbouwen van granen omdat het zonlicht er zeer fel is.

Als we de Ribera del Duero streek verdelen in oost en west, met als centraal punt de stad Roa de Duero, ziet de bodemsamenstelling er als volgt uit:
In het oosten, in de dalen van de Duero en haar zijrivier de Gumiel:
– ‘Campiña’ – alluviaal met zand en klei,
– Lage ‘laderas’ – klei en mergel,
– Lage ‘cuestas’ – kalksteen, klei en mergel,
– Hoge ‘laderas’ – kalksteen en mergel,
– ‘Páramo’ – kalksteen en kalk.

De overheersende factor in de kwaliteit van Ribera del Duero wijnen is natuurlijk de kalksteen en kalk. In het westen bestaat 33% van de bodem uit deze twee ingrediënten (waarvan 9% actieve kalk) in het oosten is dat meer dan 50% (waarvan 18% actieve kalk).
De wijngaarden volgen de loop van de Duero, van de grens met Soria, door het zuidelijk gedeelte van Burgos (met een klein uitloop naar Segovia), tot in Valladolid. Het oudste gedeelte van het wijnland ligt in het westen, in de provincie Valladollid, maar het centrum van de regio is Aranda de Duero in Burgos. We bevinden ons hier nog op het Centraal Plateau, op een hoogte van 700 tot 900 m boven de zeespiegel, dat van oost naar west naar beneden gaat. Sommige wijngaarden hebben kalkbodems die bijna zo wit zijn als de ‘albarizas’ uit het sherrygebied.